top of page

Energiedelen in Vlaanderen: Een nieuwe opportuniteit voor bedrijven én burgers

Bijgewerkt op: 1 uur geleden

Wegens de oorlog in Oekraïne, de nood aan duurzame energie en de gestaag toenemende vraag naar elektriciteit, hebben we in Europa al enige tijd te maken met exuberante energieprijzen. Dit is niet alleen slecht voor de portemonnee, maar ook voor het klimaat: in Duitsland wordt als tegenmaatregel sinds enkele weken weer meer teruggegrepen naar bruinkool.


Nochtans lijkt een revolutionaire wending in energiewetgeving nagenoeg ongemerkt aan ons voorbij te gaan. Een wending die ervoor kan zorgen dat het voor burgers en bedrijven financieel erg interessant wordt om zelf zoveel mogelijk hernieuwbare energie te produceren en die toelaat om energieproductie en -verbruik veel beter op elkaar af te stemmen. Op termijn kan het zelfs een essentieel puzzelstuk worden in onze zoektocht naar een klimaatvriendelijke en betaalbare energie-onafhankelijkheid.



Foto: Vivint Solar on Unsplash

Het Vlaams Gewest: pionier in Europa


Het gaat hier over het concept van energiedelen. Dankzij de nieuwe energierichtlijn van de Europese Unie die in Vlaanderen werd omgezet via het “EMD-decreet” op 2 april 2021, mogen gezinnen, gemeenschappen en bedrijven vanaf juli 2022 zelf elektriciteit verkopen. Vlaanderen is hiermee pionier in Europa.


Dit is best revolutionair, want tot op heden mogen enkel erkende energiebedrijven als Engie of Luminus inkomsten genereren uit elektriciteit. Wie vandaag stroomoverschotten produceert met zonnepanelen krijgt hiervoor slechts een kleine vergoeding van energiebedrijven (het zogenaamde injectietarief).


Maar vanaf 1 juli 2022 kunnen burgers, organisaties en bedrijven in Vlaanderen dus een mooi centje bijverdienen, en kunnen zij hun toegang tot groene stroom verhogen. (Een belangrijke nuance is dat er de eerste 6 maanden enkele belangrijke beperkingen zijn, maar deze zullen stelselmatig worden afgebouwd).


Dit nieuw wetgevend kader staat niet los van enkele technologieën zoals de digitale meter en opslagbatterijen (in je elektrische wagen of bij je thuis). Hierdoor ontstaan heel wat nieuwe opportuniteiten voor burgers.


Enkele voorbeelden


Stel dat jij zonnepanelen hebt, maar je buren nog niet. Dan kan jij stroom aan hen verkopen aan een tarief dat lager ligt dan het huidige kilowattuur-tarief, maar hoger dan het injectietarief dat je krijgt van je energieleverancier. Een mooie win-win dus.


Je hoeft echter geen geld te vragen voor je elektriciteitsoverschot. Misschien moet je oma rondkomen met een veel te laag pensioen? Doneer haar dan je overschot. Ze hoeft hiervoor overigens niet in jouw straat te wonen: ze verbruikt immers niet letterlijk de elektriciteit die jij produceert. Dankzij haar digitale meter kan ze de hoeveelheid kWh van het net halen die jij eerder al op het net hebt gezet.


Naast je oma zijn er nog andere opties: je kan ook je elektriciteit doneren aan een lokale vzw of organisatie van jouw keuze. Of voor de meest gegoede burgers: zelf gebruiken in je tweede verblijf.


Stel dat je op een appartement woont en geen eigen dak hebt, ben je dan benadeeld? Niet noodzakelijk: Je zonnepanelen moeten namelijk niet letterlijk op je eigen dak liggen: je kan ook mede-eigenaar worden van zonnepanelen op het dak van de lokale kerk of sporthal. Hetzelfde principe gaat op trouwens op voor windenergie: je kan bijvoorbeeld een ‘stukje windmolen’ kopen door je aan te sluiten bij een energiecoöperatie voor windenergie.


Voor mensen die niet in een appartement wonen maar er wel één bezitten, zijn er ook mooie opportuniteiten. Zij kunnen via een Raad van Mede-eigendom investeren in zonnepanelen, windenergie en/of warmtepompen en vervolgens deze stroom verkopen aan huurders of de gemeenschappelijke energiefactuur doen dalen. Wie verder ook laadpalen installeert voor bewoners zal de elektriciteit aan erg interessante tarieven kunnen verkopen.


Zonnepanelen hebben ook nut voor wie een bedrijfswagen krijgt met een laadkaart. Via een klassieke tankkaart betalen bedrijven rechtstreeks aan de oliebedrijven. Maar een elektrische wagen kan opladen bij de werknemer thuis. Energiedelen laat doe dat de stroom waarmee de wagen wordt opgeladen kan vergoed aan een overeengekomen tarief (slimme digitale applicaties maken het mogelijk om dit eenvoudig vanop afstand te meten).


Dankzij energiedelen hoeft het overigens niet uitsluitend over bedrijfswagens te gaan. Gezien elektrische wagens eigenlijk ook mobiele opslagbatterijen zijn, kunnen werknemers met een wagen bijkomende energie voorzien op bedrijventerreinen wanneer deze bijkomende energie nodig hebben. Dit kan dankzij de bidirectionele laadbaarheid van de autobatterij, mits een aangepaste laadpaal. Uiteraard moeten werknemers na de werkuren wel weer thuis geraken: dankzij digitale technologie is het perfect mogelijk om hiervoor voldoende reikwijdte te voorzien. Een thuisbatterij bij de werknemer is dan wel nodig zodat overdag geproduceerde zonne-energie kan worden opslagen op de thuisbatterij om dan ‘s nachts te worden overgeladen op de autobatterij.





Capaciteitstarief


De Europese Commissie en de Vlaamse regering zorgen met dit gemoderniseerd hernieuwbare energiebeleid voor nieuwe financiële opportuniteiten voor burgers en bedrijven. Moet er dan toch niet iemand de dupe zijn? Misschien wel: grote nutsbedrijven zullen hun verdienmodel moeten aanpassen. En voor huishoudens met lage inkomens is de mogelijkheid tot investeren als van oudsher erg beperkt. Ook Vadertje Staat krabde zich al in het haar: investeringen in het centrale elektriciteitsnet zijn uiterst nodig om deze hele revolutie mogelijk te maken. Maar in het huidig systeem waar mensen bijdragen volgens de hoeveelheid elektriciteit die ze van het net halen, kan de overheid steeds minder inkomsten verhalen bij de groeiende groep van zelfvoorzienende en energie delende burgers. Via het capaciteitstarief, waarbij het piekvermogen en niet het verbruik de kostfactor is, is een oplossing hiervoor al in de maak.


Het einddoel: een betrouwbaar, betaalbaar en emissieloos energiesysteem


De belangrijkste vraag blijft weliswaar: zullen we ook in de winter aan onze totale energievraag kunnen voldoen met enkel hernieuwbare energie? Dit energievraagstuk is een puzzel van formaat waarbij elke inspanning van belang is: energie-efficiëntie en “peak shaving” (tijdelijk minder energie verbruiken of energie opslaan voor vraagpieken), koolstofarme brandstoffen als groene waterstof en synthetische brandstoffen, warmtepompen, waterkrachtcentrales en zo voort. Al deze elementen zijn nodig voor een stabiel, betaalbaar en emissieloos energiesysteem. Ook kernenergie is hierbij een uiterst belangrijk puzzelstuk, zeker gezien de vraag naar elektriciteit zal toenemen de komende jaren. We moeten dus alle puzzelstukken samenleggen om op de kortst mogelijke termijn ‘s winters onze gascentrales voorgoed uit te kunnen zetten.


Nele Van Campfort is ondernemer, politiek econoom en experte circulaire economie en business model innovatie.

bottom of page